MOHAMMED BENZAKOUR

schrijver, publicist

  • Home
  • Biografie
  • Boeken
    • De reus uit de Rif
    • De ogen van Fadil
    • Tien op een ezel
    • De koning komt
    • Yemma
    • Stinkende heelmeesters
    • Osama’s grot
    • Abou Jahjah: nieuwlichter of oplichter?
  • Krant & tijdschrift
    • Columns, artikelen, essays
    • Feuilleton: Vader
    • Rubriek: Dagboek van een visser
    • Serie: Mens en ecologie
    • Literatuurmuseum
  • Radio
    • Bonjour met Benzakour
  • Prijzen
  • Contact

Dodenherdenking verliest zijn betekenis

19 juni 2025 By beheerder

Klik om de afbeelding te vergroten

Dodenherdenking verliest zijn betekenis

01-05-2024

Door ons regionaal 4-5 Mei Comité was ik gevraagd of ik de Dodenherdenking-lezing 2024 wil houden. Met als richtsnoer het landelijke thema: Vrijheid vertelt: opmaat naar 80 jaar vrijheid. Eervol, maar ik bedankte vriendelijk.


Zie hier het type intellectueel dat pas honderden jaren later, wanneer de botten van het Palestijnse volk vergaan zijn tot stof, ach en wee zal roepen, omdat het dan bon ton is, salonfähig, en die dan boeken gaan schrijven als ‘De Palestijnse doofpot’ en films aanprijzen als ‘Selling a colonial war’. Voor dit menssoort bestaat een woord.


Read in English

Dutch Scholars for Palestine translated this article. Click here to read the translation.

Or click one of the buttons below to go to the Instagram-page or website of Dutch Scholars for Palestine.

Gecensureerd

Via de knop hieronder lees je het artikel zoals het op 1 mei 2024 in de Volkskrant verscheen. De tekst in de Volkskrant is een door de hoofdredactie sterk gecensureerde versie van de tekst op deze pagina. Bekijk de verschillen en oordeel zelf.

Volkskrant

Terwijl ik de uitnodiging las spookten allerlei Gaza-filmpjes door mijn hoofd. Ik zag weer die vier tieners lopen, hoe ze plotseling een voor een tot gehakt werden vermalen, hoe de vierde probeerde te ontkomen maar z’n benen weigerden, op z’n knieën viel, waarna een projectiel ook hem in flarden scheurde. Ik zag soldaten dansen op lijken, met om hun middel de BH’s van verkrachtte en vermoorde meisjes. Ik zag door witte fosfor wegterende gezichten. Massagraven.

Ook het beeld van dat uitgehongerde jochie, moeizaam sjouwend met een zak gedropte etenswaren, doemde op. Hij kreeg de kogel. En die moeder die een baby in haar armen droeg, ze hoorde geweerschoten, dook angstig weg tegen een muur; kort erop kreeg ze twee kogels in haar voorhoofd en viel voorover met de baby nog in haar armen; het kindje kroop huilend in een plas bloed.    

Ik ben gestopt met die filmpjes. Onze hersenen zijn niet ontworpen om dag in dag uit het onverdunde kwaad van massamoord te absorberen. Liever kijk ik naar een zingend blauwborstje in het zonnige riet.

Onze 80-jarige vrijheid & vrede loopt nogal parallel aan de 80-jarige beroving & onderdrukking van de Palestijnen. Aan de voordeur vieren we vrijheid, via de achterdeur verstrekken we materieel waarmee jongetjes die naar voedselpakketten rennen steriel worden koud gemaakt.

Onze Israël-liefde leidde 80 jaar lang tot topprestaties en records. De meest recente: het land vermoordde in vier maanden tijd meer kinderen dan in vier jaar tijd in alle oorlogen wereldwijd omkwamen. En de teller, aangesterkt door een uithongeringsoperatie, tikt stevig door. (Update: een jaar later tikt de teller rond de 60.000 doden, de vele duizenden onder het puin niet meegerekend – en het gaat maar door)

Wat betekent onze vrijheidsviering als we hier de rode loper uitrollen voor de eindverantwoordelijke van iets wat verdomd veel lijkt op genocide: Isaac Herzog. De Israëlische president kreeg op 10 maart in Amsterdam een koninklijke ontvangst en mocht als hoofdgast de feestelijke opening bijwonen van het Holocaustmuseum. Als cynisme niet bestond was het die dag uitgevonden.

Emile Schrijver, de museumdirecteur, kan uitstekend pottenbakken: ‘Laten we ons niet blindstaren op de persoon Herzog. Hij vertegenwoordigt de Israëlische instellingen die documenten, foto’s en videomateriaal aan ons ter beschikking stelden. Hij staat symbool voor een volk dat de Holocaust meemaakte.’ Laten we nog zo’n pot bakken en Poetin uitnodigen om de Hermitage te openen. Het gaat immers niet om de persoon Poetin, wat telt is dat de man symbool staat voor een rijk dat schitterende kunst voortbracht.

Opmaat naar 80 jaar vrijheid. God, wat waren we blij met het belangrijkste document van de naoorlogse jaren: de preambule van de Universele Verklaring van de Mensenrechten uit 1948, bedoeld om een herhaling van Europa’s rassen-Apocalyps te voorkomen. Maar universeel? Hoe kan de angst voor antisemitisme zo vaak ontaarden in een verblind filosemitisme? Zijn dat niet twee lelijke gezichten van dezelfde medaille?

We weten dat Israël gesticht is als thuisland voor de joden, die al eeuwenlang in Europa slachtoffer waren van pogroms en discriminatie. Maar waarom moeten Palestijnen beroofd en vernietigd worden voor misdaden waaraan Europeanen schuldig waren?

Laten we stoppen met konijnen toveren. Wie door de Hasbara-propagandataal (dikwijls kritiekloos overgenomen door mainstream media) heen kan prikken ziet haarfijn dat de horror in Gaza weinig te maken heeft met ‘zelfverdediging’, noch met Hamas noch met het bevrijden van gijzelaars. (Kent u de ‘Hannibal Directive’? Israël schiet gijzelaars doelbewust dood om de onderhandelingspositie van de Palestijnen te ondermijnen.)

Ook de in onze media decennialang gehanteerde term ‘Midden-Oosten conflict’ komt uit de glibberige kokers van de Hasbara. Noemden we de gewelddadige inval en bezetting door Nazi-Duitsland ‘een Nederlands-Duits conflict’? Noemden we het roven, plunderen, uitmoorden, uitbuiten, geselen, vernederen van de zwarte slaafgemaakten en hun leefgebieden door de Portugezen, Britten, Nederlanders, Belgen, Duitsers, Fransen, Spanjaarden en Italianen een ‘Europees-Afrikaans conflict?’

Wie door de Hasbara-taal heen prikt, weet ook dat de Hamas-aanval van oktober ’23 niet in een vacuüm is gebeurd’, zoals VN-topman Antonio Guterres opmerkte, dat er een lange, bloedige geschiedenis aan vooraf ging. Die weet ook dat Israël allang wist van deze aanval (zie het document ‘Jericho Wall’) en deze zelfs verwelkomde. Die weet dat Hamas-strijders bijna zes uur (!) lang ongehinderd mochten huishouden (geen camera of sensor die reageerde, beelden zijn later gewist en de regering doet er geen onderzoek naar), opdat Israël de ultieme stok in handen zou krijgen om eindelijk – met steun van de publieke opinie – hun ware agenda voor eens en altijd door te pakken: het uitroeien van het Palestijnse volk en het stichten van Eretz Yisrael HaShlema, Groot Israël. 

De daaropvolgende Gaza-slachtpartijen (en passant ook die in de Westbank) zijn dan ook een even logische als versnelde voortzetting van 80 jaar staand beleid: de apotheose van een uitgekiend, door de VS en EU gedoogd en zelfs gefaciliteerd, settler-colonial project dat zijn wortels vindt in zionistische ideeën van nog vóór de oprichting van de staat Israël, lang vóór Hamas (opgericht in 1987) bestond. Die weet ook, tot slot, dat als je heel simpel de kaart van Palestina van 1948 naast die van 2024 legt woorden niet meer nodig zijn.

Abel Herzberg bezat een glazen bol toen hem werd gevraagd ‘Wat moeten wij doen om te voorkomen dat onze kinderen weer slachtoffers worden?’ Zijn antwoord: ‘Dat is het probleem niet. Het probleem is hoe wij kunnen voorkomen dat onze kinderen beulen worden.’

En toen, op die memorabele vrijdagochtend 27 oktober 2023, op de drempel van 80 jaar nationale vrede & vrijheid, toen schreef Nederland geschiedenis. In New York kwam een VN-resolutie in stemming, over humanitaire hulp aan Gaza: voedselpakketten, drinken, kleding, medicijnen. Israël had toen al drie weken alle primaire voorzieningen afgesloten, water, gas, stroom, internet; iets wat de EU-voorzitter, Ursula Von der Leyen, toen Rusland hetzelfde deed met Oekraïne, ‘oorlogsmisdaden’ en ‘terrorisme’ noemde – maar nu zweeg ze.

De resolutie werd met een overweldigende meerderheid aangenomen, 120 landen. Op een groot scherm verscheen de uitslag. Mijn ogen zochten naar Nederland en zagen een geel kruisje. Stemonthouding? Droomde ik? Ik keek nog eens goed. Jawel, geel kruisje, zonder twijfel.

Anderhalve maand later, 12 december, herhaalde de geschiedenis zich. Nu ging het over een staakt-het-vuren. Praktisch de hele wereld, 153 landen, stemden vóór een pauze, zodat nabestaanden even konden ademhalen, hun doden begraven, als zombies ronddwalende kinderen wat nachtjes slaap gunnen. Maar Nederland koos opnieuw voor het gele kruis (en zou dat later voor de 3e maal doen). Nooit deed geel zo’n pijn aan mijn ogen.

Toen knapte iets. Een klein heelal spatte uiteen. Iets warms werd koud. Ik kon niet meer geloven dat dit het land is waar mijn vader in de jaren zestig zo blij en vol verwachting naar toe was geëmigreerd en heeft helpen opbouwen. ‘Nederland is een mooi land met hele aardige mensen’, zei hij tegen ons. Maar hij wist toen niet dat dit mooie land enthousiast op gele kruisjes zou drukken. Dat veel aardige mensen de andere kant zouden opkijken.

In kranten en op de radio hoor ik schrijvers en intellectuele lefgozers die zich eindelijk ontpoppen in hun ware aard: opportunistische lafbekken. Ik lees stukjes van – van menslievendheid zwangere – columnisten die stoere praatjes verkondigen over Poetin en de inval in Oekraïne, die gezellig bij Buitenhof aanschuiven om de geleerde snob uit te hangen over moraal en fascisme, over het gevaar Wilders en leeghoofd Yesilgöz, die goede sier maken met deftige essays over Camus en Orwell, intellectuelen die mooie praatjes verkondigen over de koloniale verschrikkingen van eeuwen geleden in Afrika, in Congo, in Nederlands-Indië, maar die allemaal, stuk voor stuk, over dezelfde verschrikkingen, of eigenlijk erger, over verschrikkingen van onverholen genocidale aard die zich in real time onder hun ogen voltrekken, met geen woord reppen.

Dan kijken deze deugneuzen gauw de andere kant op, of beginnen, als ernaar wordt gevraagd, te sputteren met zweet in de oksels. Zie hier het type intellectueel dat pas honderden jaren later, wanneer de botten van het Palestijnse volk vergaan zijn tot stof, ach en wee zal roepen, omdat het dan bon ton is, salonfähig, en die dan boeken gaan schrijven als ‘De Palestijnse doofpot’ en films aanprijzen als ‘Selling a colonial war’. Voor dit menssoort bestaat een woord.

‘De wereld is een gevaarlijke plek om te leven’, zei Einstein. ‘Niet vanwege de mensen die kwaadaardig zijn, maar vanwege de mensen die niets doen.’

Ik dacht altijd dat alleen despoten nooit wakker lagen van de bloedbaden die ze aanrichten, doof zijn voor de kreet en de doodsrochel die uit hun achterland opstijgt. Maar met dat gele kruis, haast achteloos gedrukt, heeft dit land z’n eigen daden weggemoffeld achter een knopje en dit mechaniek werd een intermediair tussen het geweten en het allerergste. Voor het oog van de wereld brandmerkte Nederland een volk, of wat ervan over is, een geel kruis op het voorhoofd.

En dan… dan staan we straks op 4 mei op de Dam. We vieren 80 jaar vrijheid. We leggen een koninklijke krans neer. We kijken vroom uit onze ogen. Een gezant van het Kabinet zegt: dit nooit meer. We houden 2 minuten stilte en slaan onze ogen neer.   

Geen ogenblik vervloeken we onze mensenaard. Geen ogenblik schamen we ons. Noch wensen we onszelf een plaats toe in het smadelijkste graf. Maar het bloed aan onze handen krijgen we nooit meer gewassen. Dodenherdenking, een mooi idee, maar de doden van WO II, en andere oorlogen, verdienen beter. Omdat een genocide nooit een volgende rechtvaardigt.

Als het over Hamas gaat, putten vrijwel al onze mainstream media traditiegetrouw uit de goed geoliede propaganda-machine van Israël, de Hasbara. We zijn dol op de kant-en-klare frames uit Tel Aviv, ook al blijkt dat die ons al meer dan 80 jaar om de tuin leiden. Waarom luisteren we niet rechtstreeks naar Hamas zelf? Wie zijn zij? Wat hebben zij te zeggen over 7 oktober? Hun motieven? Hoe zien zij de Palestijnse zaak in actueel én historisch perspectief? Of houden we ineens niet meer van hoor en wederhoor? Lees hier het glasheldere Hamas-document.

English: The Netherlands has concealed its responsibility for Gaza behind a button

While virtually the entire world spoke out in favor of a humanitarian pause in Gaza, the Netherlands abstained. Then something snapped within Mohammed Benzakour. He declined an invitation to speak at Remembrance Day on the 4th of May.

I had been asked by our regional 4 and 5 May Committee to deliver the Remembrance Day lecture. Guided by the national theme, “Freedom Speaks: Prelude to 80 Years of Freedom”. Honorable, but I politely declined.

As I read the invitation, all sorts of Gaza videos haunted my mind. I saw again those four teenagers walking, how they were suddenly ground into minced meat one by one, how the fourth tried to escape but his legs refused, fell to his knees, after which a projectile tore him to shreds as well.

I saw soldiers dancing on corpses, having fun with bras and dolls of murdered girls.  Mass graves. The image of that starving kid, laboriously lugging a bag of dropped food, also loomed large. He got the bullet.

Undiluted evil

I stopped watching those videos. Our brains are not designed to absorb the undiluted evil of mass murder day in and day out. I prefer to look at a bluebird singing in the reeds.

Our eighty years of freedom and peace run rather parallel to the eighty years of plunder and oppression of the Palestinians. At the front door we celebrate freedom, through the back door we provide equipment that slaughters young boys running for food packages in a sterile manner.

For eighty years, our love of Israel has led to top achievements. The most recent: the country has murdered more children in four months than the total amount of children who died in conflicts around the world in four years.

And the death count, boosted by a starvation operation, increases steadily.

Red carpet

What does our celebration of freedom mean when we roll out the red carpet here for the person ultimately responsible for something very much like extermination: Isaac Herzog? The Israeli president received a royal welcome in Amsterdam on March 10 and was the main guest at the grand opening of the National Holocaust Museum. 

If cynicism did not exist, it would have been invented that day.

Emile Schrijver, the museum director, is good at spinning: “Let’s not focus on the person Herzog. He represents the Israeli institutions that made documents, photos and video material available to us. He symbolizes a people who lived through the Holocaust.’

Let’s give this logic another spin and invite Putin to open the Hermitage. After all, what matters is not the person Putin, what matters is that the man symbolizes an empire that produced brilliant art.

Preamble

Prelude to eighty years of freedom. God, how pleased we were with the most important document of the postwar years: the preamble to the 1948 Universal Declaration of Human Rights, intended to prevent a repeat of Europe’s racial apocalypse.

But universal? How can the justified fear of anti-Semitism so often degenerate into blind love of Israel? Aren’t those two ugly sides of the same coin?

We know that Israel was founded as a homeland for the Jews, who were victims of pogroms and discrimination for centuries in Europe. But why should Palestinians be robbed and destroyed for crimes committed primarily by Europeans?

Not in a vacuum

Let’s stop pulling rabbits out of a hat. Anyone who can pierce through propaganda language can see very clearly that the horror in Gaza has little to do with “self-defense” or Hamas. They know that last October’s Hamas attack “did not happen in a vacuum,” as UN chief António Guterres noted.

They know that the massacres by the Israeli army are an accelerated continuation of an ongoing policy: the apotheosis of a sophisticated settler-colonial project rooted in Zionist ideas from even before the creation of the state of Israel, long before Hamas (founded in 1987) existed.

Abel Herzberg possessed a crystal ball when asked “What should we do to prevent our children from becoming victims again? His answer: “The right question is how to prevent our children from becoming executioners.”

UN resolution

And then, on that memorable Friday morning, October 27, 2023, on the threshold of eighty years of national peace & freedom, that’s when the Netherlands made history. A UN resolution was voted on in New York, on humanitarian aid to Gaza: food parcels, drinks, clothing, medicine. By then Israel had already cut off water, gas, electricity and internet for three weeks; something that, when Russia did the same to Ukraine, the European Commission President, Ursula von der Leyen, had called  “war crimes” and “terrorism” – but now she was silent.

The resolution was adopted by an overwhelming majority, 120 countries. The results appeared on a big screen. My eyes searched for the Netherlands and saw a yellow cross. Abstention? Was I dreaming? I looked again carefully. Yep, yellow cross, no doubt.

A month and a half later, December 12, history repeated itself. Now it was about a cease-fire. Practically the whole world, 153 countries, voted for a pause, so survivors could breathe for a while, bury their dead, give children wandering around like zombies some sleep. But the Netherlands once again chose the yellow cross. Never did yellow hurt my eyes so much.

Kind people

Then something snapped. A small universe shattered. Something warm became cold. I could no longer believe that this was the country my father had so happily emigrated to in the 1960s. “Holland is a beautiful country with very nice people,” he told us. But little did he know then that this beautiful country would press the yellow cross. That many nice people would look the other way.

In newspapers and on the radio I hear writers and intellectual daredevils, pregnant with humanity, proclaiming fine talk about the colonial horrors of centuries ago in Africa and the Dutch East Indies, but not a word about the same horrors taking place in real-time in front of their eyes.

Are we going to cry aghast hundreds of years later when the bones of the Palestinian people have turned to dust? Will we then write books like ‘The Palestinian Cover-up’ and make movies like Selling a Colonial War?

‘The world is a dangerous place to live,’ Einstein said. ‘Not because of the people who are evil, but because of the people who do nothing.’

Death rattle

I always thought that only despots never lose sleep over the massacres they commit, deaf to the scream and the roar of death rising from their hinterland. But with that yellow cross, pressed almost carelessly, this country concealed its own deeds behind a button, and this mechanism became an intermediary between conscience and the very worst. Before the eyes of the world, it branded a people, or what is left of them, with a yellow cross on the forehead, and thus outlawed them.

And then… then we will stand on Dam Square on the 4th of May. We celebrate eighty years of freedom. We lay down a royal wreath. We adopt a pious face. A cabinet envoy says: never again. We observe two minutes of silence and lower our eyes. Not for a moment do we curse our human nature. Not for a moment do we feel ashamed. Nor do we wish ourselves a place in the most ignominious grave. But we will never be able to wash off the blood that is on our hands. Remembrance Day, a nice idea, but the dead of the Second World War, and other wars, deserve better.”

Categorie: Nieuws

Mohammed Benzakour/Web Stories © 2025